Toen ik ongeveer vier jaar geleden, bezig was aan een onderzoek over de spermatogenese van Oniscus murarius en Porcellio-soorten, viel het mij op, dat bij een aantal dieren de einddarm vol zat met talrijke, op de sporenbuisjes van een of andere Ascomyceet gelijkende lichaampjes. Deze sporenbuisjes, of asci, bevonden zich in allerlei stadien van groei, van kort met ongedifferentieerden celinhoud, tot lang met uiterst talrijke (tot over de 100) mooie goed gevormde, aan twee kanten eenigszins toegespitste sporen. Ze zaten losjes vastgehecht, ieder afzonderlijk, schots en scheef tegen den binnenwand van den einddarm, zonder dat verder van eenig substratum of samenhang der sporenbuisjes onderling iets te bemerken viel. Het scheen wel alsof tengevolge van de... |