|
|
|
Registros recuperados: 13 | |
|
|
Haveman, Rense. |
Dit artikel vermeldt de ontdekking van Festuca pallens in herbariummateriaal van Nederlandse bodem in de collectie van het Nationaal Herbarium Nederland (NHN) te Leiden. In de eerste helft van de vorige eeuw zijn twee planten van deze soort verzameld in Zuid-Limburg op de Sint Pietersberg en bij Bunde. Het is onbekend of F. pallens nog steeds in Nederland voorkomt aangezien recente collecties ontbreken. De Wilde-Duyfjes rekende de planten, die door de verzamelaars destijds waren gedetermineerd als “F. ovina subsp. eu-ovina var. glauca subvar. pallens”, tot haar ondersoort F. ovina subsp. cinerea (= F. lemanii sensu Flora Europaea p. max. p.). In het voorliggende artikel wordt een beschrijving gegeven van F. pallens en worden de verspreiding en de ecologie... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2005 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/527845 |
| |
|
|
Haveman, Rense. |
Hieracium ondergeslacht Hieracium is grotendeels obligaat apomictisch en van dit ondergeslacht komen naar schatting ongeveer 110 soorten in Nederland voor. De soorten zoals die in de huidige Heukels’ Flora van Nederland1 worden onderscheiden komen overeen met de secties die in een aantal buitenlandse flora’s binnen het geslacht onderscheiden worden. Van Hieracium sectie Sabauda (= H. sabaudum volgens Heukels’ Flora) werden eerder 15 soorten voor ons land vermeld. In dit artikel wordt ingegaan op een voor ons land nieuwe soort uit deze sectie, te weten H. sabaudum s. str. Deze soort was wel bekend van de ons omringende landen. Hieracium sabaudum wordt beschreven en afgebeeld, gebaseerd op Nederlands materiaal en de vindplaatsen op de eluwe worden kort... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2010 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/527988 |
| |
|
|
Beek, Bram van de; Bijlsma, Rienk-Jan; Haveman, Rense; Meijer, Karst; Ronde, Iris de; Troelstra, Anne S.; Weeda, Eddy J.. |
In Noordwest-Europa is de taxonomie van bramen (Rubus L. subgenus Rubus) goed op orde en de verspreiding van bramen in de verschillende landen goed bekend dankzij herbarium- en veldonderzoek vanaf de jaren 1970. De meeste soorten zijn gestabileerde apomicten die zonder bevruchting zaad vormen. De nakomelingen van een zich apomictisch voortplantende braam zijn hierdoor genetisch gelijk aan de moederplant. In Nederland dateert onderzoek aan bramen pas van na 1900 met een actieve periode na de Tweede Wereldoorlog. Dit resulteerde in 1956 in de Rubi Neerlandici door W. Beijerinck, een overzicht gebaseerd op de kunstmatig soortsopvatting van H. Sudre (Rubi Europae; 1908–1913). Het moderne, op typemateriaal en veldwerk gebaseerde onderzoek startte begin jaren... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2014 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/527753 |
| |
|
|
Haveman, Rense; Ronde, Iris de. |
Sinds Van Soest in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw zijn overzicht over de havikskruiden in Nederland publiceerde is bekend dat Hieracium sectie Sabauda (Fr.) Arv.-Touv. (= H. sabaudum L. s.l.) niet in het Drentse floradistrict voorkomt. Dit is door diverse auteurs bevestigd, onder meer in de Atlas van de Nederlandse Flora en de Atlas van de Drentse Flora. In 2008 en 2010 werden op diverse plaatsen in het zuiden van het Drentse floradistrict echter planten verzameld die blijken te behoren tot H. nemorivagum Jord. ex Boreau, een van de apomictische taxa uit de sectie Sabauda. Hieracium nemorivagum wordt beschreven en afgebeeld en het areaal wordt besproken. Van de vegetatie waarin H. nemorivagum zijn vegetatieopnamen gemaakt die worden gerekend tot het... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2013 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/527640 |
| |
|
|
Haveman, Rense. |
During the inventory of the military firing range east of the village of Harskamp on the Veluwe, Province of Gelderland, in 2003, Festuca csikhegyensis Simonk. was discovered. This species includes the tetraploid populations formerly included in F. pallens Host. In this paper, F. csikhegyensis is briefly described. Based on a phytosociological relevé it is shown that F. csikhegyensis grows in somewhat disturbed shifting sand communities belonging to the Cetrario aculetae-Corynephoretum. Probably, the population of Festuca csikhegyensis at the Harskamp finds its origin in an unintended anthropogeneous introduction. |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2015 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/579117 |
| |
|
|
Haveman, Rense; Ravensberg , Marije van. |
In the Netherlands, Festuca ovina s. str. (= F. ovina subsp. hirtula) is a very rare taxon, which has often been overlooked. A number of new records is reported from the Veluwe area, all on military ranges, growing in pioneer grasslands (Spergulo-Corynephoretum), dense grasslands on sand (Trifolio-Festucetalia), heathlands (Genisto anglicae-Callunetum), mesophylous fringes (Melampyro-Holcetea), and Scotch Pine forests (LeucobryoPinetum empetretosum). |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2003 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/529942 |
| |
|
|
Haveman, Rense; Ronde, Iris de. |
In dit artikel worden twee nieuwe vindplaatsen van Mibora minima (L.) Desv. (Dwerggras) beschreven van het militaire terrein op ‘De Hors’, Texel. Van beide groeiplaatsen zijn vegetatieopnamen gemaakt. De eerste groeiplaats is mossenrijk en wordt gerekend tot het Phleo-Tortuletum brachythecietosum. Naar schatting komen hier meer dan 10.000 exemplaren van Dwerggras voor. De tweede groeiplaats betreft een vlakliggend Elymo-Ammophiletum festucetosum arenariae, de typische plantengemeenschap van de binnenzijde van de zeereep. This paper reports on two new localities of Mibora minima (L.) Desv. (Early sand-grass) in the military area at ‘De Hors’, Texel. Relevés have been used to describe the vegetation composition of these two sites. The vegetation of the first... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2012 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/526799 |
| |
|
| |
|
| |
|
|
Haveman, Rense. |
In de Nederlandse flora’s worden de grofbladige schapengrassen met lange naalden samengevat onder Festuca cinerea Vill. Dit taxon blijkt echter een klein areaal te hebben dat beperkt is tot Zuidoost-Frankrijk. Andere namen die in de literatuur worden genoemd voor deze grofbladige schapengrassen in Nederland zijn F. guestfalica Boenn. ex Reichenb., F. ovina L. subsp. ophioliticola (Kerguélen) M.J. Wilkinson, F. lemanii Bast. en F. brevipila Tracey. Onderzoek aan herbariummateriaal (Nationaal Herbarium Nederland te Leiden (L), Natuurmuseum Nijmegen en het herbarium van de auteur) toonde aan dat F. lemanii en F. brevipila in Nederland te onderscheiden zijn. Ook F. psammophila en F. glauca werden in het materiaal aangetoond; het betreft geïntroduceerde... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2005 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/527993 |
| |
|
|
Haveman, Rense. |
Hieracium L. (Havikskruid) is een van de lastigste geslachten van de Nederlandse flora en de determinatie van de taxa binnen Hieracium subgen. Hieracium is erg lastig. Van oudsher worden twee systemen gehanteerd om de variatie binnen het subgenus te ordenen: met behulp van hoofden tussensoorten, waarbinnen talloze ondersoorten, variëteiten en forma’s worden onderscheiden (Midden-Europese systeem), en door het onderscheiden van elke apomictische voortplantingseenheid als zelfstandige soort, die worden samengevat in secties en series (Noord-Europese systeem). Van Soest, die in de jaren 20 en 30 van de 20e eeuw aan Hieracium werkte, gebruikte het MiddenEuropese systeem, maar het Noord-Europese systeem sluit beter aan bij de biologische structuur van het... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2012 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/526602 |
| |
|
|
Haveman, Rense. |
After a reply to De Wilde-Duyfjes, who commented on an earlier published treatment of the relatively broad-leaved sheep fescues, the Dutch small-leaved sheep fescues are discussed. Taxonomy and nomenclature of the small-leaved sheep fescues closely related to Festuca ovina is confusing. Until 2005, Dutch literature only recognised two taxa: F. filiformis Pourr. and F. ovina L. In Belgium, Great-Britain and Germany at least four taxa have been recognised: F. ovina subsp. hirtula (Hack. ex Travis) M.J.Wilk. and F. ovina subsp. ophioliticola (Kerguélen) M.J.Wilk. (= F. guestfalica Boenn. ex Reichb), as well as the two taxa already mentioned. In this paper, it is argued that the tetraploid taxa are best considered as subspecies of F. guestfalica Boenn.... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 2015 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/579115 |
| |
Registros recuperados: 13 | |
|
|
|