|
|
|
Registros recuperados: 18 | |
|
|
Jansen, M.T.; Mennema, J.. |
About 10 years ago no recent records of Gagea villosa were known for the Netherlands; formerly it occurred in more than 30 hour-squares. Since 1969 the species has been recorded from 4 localities, in each case growing in rather thin lawns or on little trodden paths. It is possible, that the species may be found in more hour-squares in the Netherlands, as G. villosa can survive vegetatively for long periods. |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1973 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/526857 |
| |
|
|
Ploeg, D.T.E. van der; Jansen, M.T.. |
Tolmiea menziesii Torr. et Gray. In 1956 werd mij door de heer Huese te Sneek een plant ter determinatie getracht afkomstig uit het hos van Epema-State te IJsbrechtum. Het bleek te zijn het bekende “kindje op moeders schoot” en bij nader onderzoek bleek mij, dat de plant daar op een beschaduwde plek op humeuze bodem zeer florissant groeide en bloeide. Zeker enkele vierkante meters waren bedekt met een gemengde vegetatie van Tolmiea en Geranium robertianum L. ’s Winters raken de planten min of meer onder afgevallen bladeren bedekt. Hoe de plant daar gekomen mag zijn, heb ik niet kunnen ontdekken; zeker lijkt mij wel dat zij er reeds tientallen jaren zal hebben gestaan. Naderhand bleek mij, dat Tolmiea op overeenkomstige wijze voorkomt in het bos Vijversburg... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1958 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/534121 |
| |
|
| |
|
| |
|
|
Jansen, M.T.; Kleuver, J.A.E de. |
In het Carex-deel van de Flora Neerlandica, p. 127 wordt een klein aantal vindplaatsen van deze bastaard vermeld. Zij groeit ook nabij Kasteel Renswoude aan de rand van de kasteelvijver (Zie D.L.N. 61, p.14l), met in de naaste omgeving veel Carex remota L. en weinig Carex paniculata L. Nadat in 1957 één exemplaar was aangetroffen, bleek in 1958 bij een inspectie van het gehele beschaduwde deel van de oeverrand, dat daar verspreid een viertal planten groeien, steeds vlak aan het water. Uit Westhoffs beschrijving van de Flora van het Nationaal Park Veluwezoom blijkt, dat de Rode Zegge aan het Beekhuizen beekje ook in verscheidene exemplaren voorkomt. |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1958 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/534205 |
| |
|
|
Jansen, M.T.. |
Nabij de Waalbrug naar Zaltbommel ligt aan de noordelijke Waaldijk het oude slot Waardenburg; bij Neerijnen ongeveer 2 km oostelijker een landhuis van wat jonger datum. Het gebied ertussen en er omheen vormt oen aaneengesloten uitgestrekt landgoed met grienden, boomgaarden, oranjerie, moestuin en veel opgaand bos, het grootste deel niet voor het publiek toegankelijk. Speciaal het gebied hij Neerijnen biedt de florist, die toestemming krijgt er eens rond te kijken, menige verrassing. Niet zozeer wat de oorspronkelijke flora betreft, als wel wat men in Friesland noemt “stinsenplanten”, planten die er in elk geval tientallen jaren, mogelijk een paar eeuwen geleden zijn uitgezet en zich weten te handhaven of zelfs uit te breiden. |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1957 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/534270 |
| |
|
|
Jansen, M.T.. |
Mentha X dumetorum Schult. is de zeldzaam voorkomende bastaard van M. aquatica L. en M. longifolia (L.) Huds. De Voerenbeek of Voer zoeke men niet bij Voerendaal; het is nl. de beek die even bezuiden Eysden, nog juist op Nederlands gebied in de Maas uitmondt. Op Belgisch gebied ontspringt hij bij Sint Pietersvoeren (Fouron St. Pierre) en stroomt dan in hoofdzakelijk west-zuidwestelijke richting via Sint Maartensvoeren (Fouron St. Martin) en ’s-Gravenvoeren (Fouron le Comte) naar Mesch en Eysden op Nederlands gebied. GOFFARTS Flore de Belgique noemt Fouron St. Martin als vindplaats van M. X dumetorum. Inderdaad groeit de plant daar veel; stroomopwaarts vindt men haar tot aan de oorsprong van de beek bij Fouron St. Pierre. Gaat men stroomafwaarts dan ziet... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1961 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/527131 |
| |
|
| |
|
|
Jansen, M.T.. |
In 1885 publiceerde J.D. Kobus een Flora van Wageningen en omgeving. Hij vermeldt hierin het voorkomen van Sambucus racemosa L. op de Wageningse Berg met het bijschrift; „aangeplant?” Of de soort aan de zuidelijke Veluwerand oorspronkelijk voorkomt is thans minder dan toentertijd uit te maken; ze is er nu zeker plaatselijk niet zeldzaam. Ook in het Zuidoosten van de provincie Utrecht wordt ze op tal van plaatsen aangetroffen. Zo groeit ze in groot aantal op en om de Grebbeberg, evenzo op en nabij het landgoed Remmerstein tussen Rhenen en Veenendaal. fan kunnen we de plant nog verspreid aantrffen te Eist (Utr.) en in de omgeving van Amerongen. Een wat ongewone en daardoor interessante vindplaats ligt in de gemeente Veenendaal. Hier vindt men in het laagste... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1960 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/534162 |
| |
|
|
Jansen, M.T.; Ploeg, D.T.E. van der. |
The authors point out the occurrence of Angelica archangelica L. in the northern part of the Netherlands. The species was found there for the first time in 1961 on the IJsselmeer dam; in 1963 it appeared near Oostmahorn (prov. Friesland), and in 1966 near Schokkerhaven (Noordoostpolder). Moreover the species was noticed in two of the Frisian Islands viz. Terschelling (1961) and Ameland (1962). In most of the mentioned localities A. archangelica has established itself. |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1968 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/527275 |
| |
|
| |
|
|
Jansen, M.T.; Muller, F.M.. |
Het graan bestemd voor de vele pluimveebedrijven in de zuidelijke Gelderse Vallei en op een deel van de Veluwe wordt doorgaans per schip te Wageningen aangevoerd en, via het overslagbedrijf aldaar, losgestort per vrachtauto verder vervoerd. Geen wonder dat, als de omstandigheden gunstig zijn, bij de haven en langs de route die de vrachtauto’s kiezen, rijkelijk graanadventieven te vinden zijn in velerlei soorten. De weg waarover dit vervoer in noordelijke richting veelal plaats vindt is de Mansholtlaan in Wageningen en de Nieuwe Wageningse Weg, de voortzetting ervan in de gemeente Ede, ter hoogte van Bennekom en Ede-Zuid. In de jaren 1959 tot 1962 werd de vegetatie bij de haven en langs deze route nagegaan. Vooral in 1961 was er veel te vinden, doordat toen... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1963 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/526650 |
| |
|
| |
|
|
Jansen, M.T.. |
Vicia tenuifolia Roth has established itself in the Netherlands since several years. The species is compared with Vicia cracca L., of which it differs by a number of well-known morphological characters, and moreover by the fact that its flowering period is very short and rather early, beginning about the middle of May and lasting about 2 weeks; it then flowers abundantly and forms compact masses at the end of its flowering-time and at fruiting time. |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1967 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/526537 |
| |
|
| |
|
|
Jansen, M.T.; Ploeg, D.T.E. van der. |
oevers in “Limburg” van Dr. S.J. van Ooststroom en Th.J. Reichgelt. Ook zuidelijker dan het daarin genoemde gebied kan men uiteraard deze planten verwachten. In de Maas tussen Eysden en Lanaye ligt aan de Belgische zijde een langgerekte, meest schaars begroeide grintplaat, waarop we in augustus 1957 konden noteren: veel Plantago indica L., Physalis angulata L., Rumex scutatus L., Polygonum patulum Bieb., Sisyrabrium pyrenaicum (L.) Villo., Aegilops cylindrica Host , een paar pollen Veronica filiformis Sm., Solanum lycopersicum L. en diverse verwilderde sierplanten, waarvan een opsomming achterwege blijft. De tijd ontbrak ons om de hele langgerekte plaat nauwkeurig te inspecteren en we hebben ons beperkt tot het minst begroeide noordelijkedeel, dat „op een... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1958 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/534147 |
| |
Registros recuperados: 18 | |
|
|
|