|
|
|
|
|
Pel, H.S.. |
De afbeelding, welke ik heden wensch bekend te maken, heeft haar ontstaan aan de volgende omstandigheden te danken. Na mijne terugkomst van de kust van Guinea mij eens met den Heer SCHLEGEL over de dieren der Goudkust onderhoudende, kwam ons gesprek ook op den hoogst zeldzamen Aposô, Stenops potto, en ik deelde dien Heer het weinige mede, dat ik over de levenswijze, zeden, houding, enz. van dit merkwaardige dier had kunnen waarnemen. Het was toen, dat de Heer SCHLEGEL een potlood ter hand nam, en eene schets van de houding, de physionomie, den vorm der teenen, enz. van dit dier maakte, in een woord het dier daarstelde zoo als het met het vallen van den avond, door de laatste stralen der ondergaande zon verlicht, op de takken van eenen hoogen boom... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1852 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/504329 |
| |
|
|
Pel, H.S.. |
Onder dezen naam gaf van BENEDEN in de Bulletins de l’Académie royale de Bruxelles, Tom. V, No. 6, eene korte beschrijving van deze nieuwe soort. WAGNER noemde haar, naar de beschrijving van VAN BENEDEN, Semnopithecus olivaceus, SCHR. Suppl. p. 309. De beschrijving, welke VAN BENEDEN er van gaf, geschiedde naar een voorwerp uit het Parijsche muzeum. Daar er door hem geene afmeetingen van gegeven zijn, en de schedel ontbreekt, kunnen wij niet bepalen of het dier, hetwelk hij beschreef, volwassen is. Ons voorwerp, het eenige wat wij hebben kunnen verkrijgen, werd nabij Dabocrom in het Ahantasche landschap geschoten, en aan het Rijks Museum van Nat. hist. te Leyden gezonden. Het is een wijfje van middelbaren ouderdom , waarvan wij de beschrijving zullen... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1851 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/504481 |
| |
|
|
Pel, H.S.. |
Het niet zeer aanzienlijk getal soorten van dit zonderlinge geslacht, wordt in de zeeën der heete luchtstreken van beide werelddeelen gevonden. Het kenmerk hetgeen deze visschen het meest kenschetst, namelijk, dat der vrije stralen beneden de borstvin, is tevens ook datgeen, hetwelk aanzienlijke afwijkingen bij de soorten ondergaat, en derhalve tot hare bestemming van groot gewigt is. Deze afwijkingen hebben voornamelijk plaats, ten opzigte van de lengte en van het getal der voornoemde stralen. Dit getal wisselt volgens de soorten af van drie tot veertien. Wat hunne lengte betreft, kan men in het algemeen opmerken, dat zij bij de meeste soorten omstreeks zoo lang zijn, als de borstvin, en slechts bij eenen Polynemus melanochin, tot aan den staart reiken,... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1851 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/504660 |
| |
|
|
Pel, H.S.. |
Dit dier, in Soedan door CLAPPERTON en DENHAM waargenomen, werd voor het eerst onder bovenstaanden naam, als zelfstandige soort, door Gray (1) aangevoerd. Gray is van meening, dat tot dezelve ook de in Abyssinië levende wilde buffel behoort, welken RÜPELL waargenomen, verzameld en onder den naam van Bos cafer heeft opgegeven. Gray heeft dit dier met den gewonen buffel vergeleken, maar de Heer SCHLEGEL, de Zoogdieren, bldz. 225, stelt het ten regte in de nabijheid van Bos cafer, en voegt er bij, dat tot deze soort, behalve de buffel van Abyssinië, waarschijnlijk ook de buffel van Angola behoort, welke door de bewoners dezer streek om zijn woest wezen algemeen gevreesd wordt. De Heer SCHLEGEL houdt dit dier tevens voor den Cataplepon der oude schrijvers, in... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1852 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/504563 |
| |
|
|
|