De verharde steenachtige afzetsels in de verschillende deel en van het ligchaam van den mensch, zoowel als van vele dieren wekten, en met regt, ten allen tijde de oplettendheid van Natuur-Geneeskundigen. Verscheiden in aard en zamenstelling naar de plaats des ligchaams, waar zij gevonden worden, zijn daarenboven eenige er van, zoo als b. v. de galsteenen, in den regel aan mensch en dier gemeen; de pis- of blaassteenen van verschillenden aard daarentegen, te dikwijls, helaas ! bij den mensch voorkomende, ontmoeten wij slechts nu en dan bij sommige diersoorten, zijnde daarvan slechts enkele voorbeelden bij paarden, zwijnen, en ook wel bij ratten aangetroffen; terwijl eindelijk voor zoo verre mij bekend is, de maag- en darmsteenen aan ons menschen ten... |