|
|
|
|
|
Schlegel, H.. |
Les oiseaux dont nous nous proposons de traiter, forment un petit sous-genre démembré de celui des becs-fins ou Sylvia de Latham. C’est, à proprement parler, à BECHSTEIN que l’on en doit l’établissement, quoique cet auteur l’ait pris dans un sens plus ou moins différent de celui que nous y attachons aujourd’hui. Désignant ce groupe d’abord 1) simplement sous le nom Allemand de Laubvögelchen il rangea à côté des pouillots, plusieurs riverains, le roitelet et le troglodyte; et lorsqu’il lui eût conféré plus tard 2) la dénomination latine d ’Asilus, il en éloigna, avec le roitelet et le troglodyte, encore les pouillots trochilus et rufa. MEYER et WOLFE 3), reconnaissant ces erreurs, tachèrent de fixer les limites naturelles de ce groupe, mais, outre les... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1848 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/503957 |
| |
|
|
Schlegel, H.. |
Het groote geslacht der Duiven wordt in een aanzienlijk getal ondergeslachten verdeeld, welke allen meer of minder natuurlijk zijn, maar welker kenmerken, grootendeels in wijzigingen der verhouding van de enkele deelen bestaande, gewoonlijk niet zeer in het oog vallen en somtijds zeer moeijelijk zijn waar te nemen. Zoo als bij alle bewerktuigde wezens, vindt men ook bij Duiven niet zelden soorten, welke den overgang van het eene geslacht tot het andere uitmaken en welker kenmerken nieuwe wijzigingen ondergaan, waardoor het alsdan nog moeijelijker valt, haar in een der bekende ondergeslachten met zekerheid eene plaats toe te kennen. Dit verschijnsel heeft in eenen hoogeren graad bij de grond-duiven plaats, dan bij de boom-duiven, hetgeen ook ten gevolge... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1848 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/504094 |
| |
|
|
Schroeder van der Kolk, J.L.C.; Vrolik, W.. |
In het najaar van 1847 bood de tweede onzer aan de Eerste Klasse van het Koninklijk-Nederlandsche Instituut het eerste gedeelte aan eener monographie, over den drievingerigen Luiaard, waarin hij het zoo belangrijk vaatstelsel van dit merkwaardige dier beschreef. De eerste onzer, door de Klasse benoemd tot het geven van berigt omtrent het opnemen dezer Verhandeling in hare werken, maakte daarbij melding van eene, toen ter tijde door hem ontdekte, aderlijke vlecht in de voorste ledematen van een’ Kraanvogel. Uit de vermelding van dit belangrijk en tot heden onbeschreven feit is voortgevloeid eene reeks van gemeenschappelijke nasporingen, waartoe de voorwerpen, op de meest onbekrompen wijze, door het Bestuur des Zoölogischen Genootschaps te Amsterdam... |
Tipo: Article / Letter to the editor |
|
Ano: 1848 |
URL: http://www.repository.naturalis.nl/record/504289 |
| |
|
|
|