In 1951 was er voor het eerst sprake van een Caricetum vulpinae in een publicatie van Tüxen en Preising (Erfahrungsgrundlagen für die pflanzensoziologische Kartierung des wostdeutschen Grünlandes, Angew. Pflanzensoz. 4, p.5-28). Van de gemeenschap werd slechts medegedeeld: 1. hij behoort tot het Magnocaricion-verbond, 2. de kensoorten zijn Carex vulpina en Oenanthe fistulosa, 3. differentiërende soorten t.o.v. de andere Magnocaricion-associaties zijn Agrostis canina var. genuina, Alopecurus geniculatus en Ranunculus repens. In 1954 verscheen van Tüxen: Pflanzengesellschaften und Grundwasser-Ganglinien (Angew. Pflanzensoz. 8, p. 64-98). Hierin komt een opname van de gemeenschap voor. Deze vertoont een soortencombinatie, die enerzijds inderdaad aan het... |